dinsdag 30 december 2008

Eric over Herman in HLN

INTERVIEW IN HET LAATSTE NIEUWS :  ONS VADER ZOU TROTS GEWEEST ZIJN
Op kerstdag zat de hele familie Van Rompuy samen aan tafel. «Ik doe het niet. Ik word geen premier», zei Herman (61). «En toch gaat ge het moeilijk krijgen om te weigeren», voorspelde Eric (59). Twee dagen later kreeg de jongste gelijk: vluchten kon niet meer. Op kerstdag dachten de broers ook terug aan hun ouders, die vier jaar geleden kort na elkaar overleden. «Herman premier! Ons vader zou zo trots geweest zijn», zegt Eric. «Ikzelf ook- wat wilt ge, onder broers die elkaar graag zien?»

Herman al gehoord sinds hij formateur is?

ERIC:«Hij heeft mij gebeld, ja. Hij had verschrikkelijk slecht geslapen, zei hij. De druk op hem was te groot geworden, niet alleen vanuit de politiek of vanuit het Hof, maar ook vanuit de bevolking. Ik heb dat zelf gemerkt, hier in Zaventem. Bij de bakker werd ik door iedereen aangeklampt: ‘Herman moét dat doen.’ En bij de coiffeur kreeg mijn vrouw hetzelfde te horen: ‘Allez, hij gaat dat nu toch niet weigeren, zeker?’ De mensen zouden dat niet gepikt hebben.»

Flatterend, toch? Dat de koning, de vijf regeringspartijen, de bakker én de coiffeuse het roerend eens zijn: alleen Herman Van Rompuy kan ons redden.

ERIC:«Een schoon compliment, maar een cadeau is dit niet, in volle crisistijd en na al het gekrakeel van het voorbije jaar. Herman heeft daar nooit aan meegedaan, aan dat haantjesgedrag, dat pikken naar elkaar, dat open raampje aan de chatbox van Hertoginnedal. Zelfs tijdens die acht jaar in de oppositie heeft hij zich nooit laten verleiden tot simpele slogans. Herman huivert van de beloftencultuur en hij gruwelt van emopolitiek. Hem nemen de mensen nog au sérieux. Ze merken dat hij geen spelletjes speelt en dat het hem niet om het postje te doen is. Iedereen weet intussen dat de politiek niet zijn enige reden van bestaan is. Dat hij graag leest en schrijft en dat hij een sterk innerlijk religieus leven heeft.»

Onthecht als een monnik?

ERIC:«Dat nu ook weer niet. Het was niet zijn keuze om premier te worden, maar het is evenmin zo dat elke ambitie en elke ijdelheid hem vreemd zijn. Zonder overleef je niet in de politiek.»

Waarom zou uw broer slagen waar Yves Leterme heeft gefaald? Hij erft dezelfde problemen, dezelfde coalitie, dezelfde verstoorde relaties.

ERIC:«Een coach kiest zijn spelers niet zelf, dat klopt. Herman zal het op zijn manier aanpakken: ernst en discretie zal hij eisen, en meteen duidelijk maken dat zijn ploeg niet opnieuw in de scheldcultuur van de jongste maanden mag vervallen. Maar of hem dat lukt? Als De Gucht, Michel, Milquet en Reynders zich weer zo koppig opstellen, sta je machteloos. Het is ook al te makkelijk om alle problemen die Herman nu erft af te schuiven op zijn voorganger. Yves Leterme
heeft a dirthy job moeten doen, veel vuil en ondankbaar werk moeten opknappen.»

Kan je premier van België zijn als je, zoals uw broer zelf toegeeft, 8 uur slaap per nacht nodig hebt en geen zin meer om je 14 uur per dag met politiek bezig te houden?
Eric:«Ja, dat kan, als je je niet verliest in de kleinste technische details van een dossier. Herman citeert graag De Gaulle: ‘Hoed u voor ministers die hun dossiers te goed beheersen!’ Een premier moet de grote lijnen uitzetten en knopen doorhakken. Alleen in hoge nood zal Herman vergaderen tot een kot in de nacht. Ik zie hem niet elke dag van 7 uur ‘s morgens tot middernacht in de Wetstraat 16 zitten, zoals zijn voorgangers. Herman is geen chaoot. Hij werkt zeer pragmatisch en neemt zijn tijd, maar beslissingen uitstellen doet hij niet. Hij is geen hyperkinetisch type dat elke dag wil scoren. Je zal hem nooit betrappen op onhaalbare beloftes à la ‘wij gaan de modelstaat installeren’ of ‘vijf minuten politieke moed’.

En evenmin zal je hem horen aandringen op ‘een communautaire Big Bang’, zoals zijn broer.

(Lacht)

ERIC:«Dat klopt. Ik zou absoluut ongeschikt zijn om premier van dit land te worden. Herman en ik staan als broers zeer dicht bij elkaar, maar we hebben een compleet ander temperament.»

Trots op hem?

«Natuurlijk - wat wilt ge? Moeder en vader (Vic Van Rompuy, professor economie en overheidsfinanciën, red.) zijn vier jaar geleden overleden, vlak na elkaar. We hebben het er met kerst nog over gehad. Dat vooral ons vader zou gezegd hebben: ‘Herman, ge moét dat doen, het is uw plicht!’ Hij zou zo trots zijn geweest. ‘t Is hij die ons de stiel heeft geleerd. Een goede economist, zei hij altijd, wordt een goede politicus.»

Uw broer moet straks een regering leiden die een begrotingsbeleid voert dat niet het zijne is. Hij vindt een tekort van 2 % te hoog en gelooft niet in ‘deficit spending’ om onze economie weer aan de praat te krijgen.

ERIC:«Als premier moet hij de beslissingen uitvoeren die op tafel liggen - inclusief het relanceplan en de begroting. Maar mocht de toestand nog verergeren, dan zal hij de eerste zijn om aan te dringen op maatregelen om het tekort niet verder te laten oplopen. Als minister van Begroting is hij in 1993 begonnen met een deficit van 7% en in 1999 geëindigd met een begroting in evenwicht. Niemand weet beter dan Herman dat de begrotingstekorten van vandaag de belastingen van morgen zijn.»

Premiers als Dehaene en Verhofstadt verhieven geregeld hun stem. Heeft u uw broer wel eens horen roepen?

ERIC:«Nooit. Dat is zijn stijl niet. Mensen kennen hem als bijzonder zachtmoedig, en dat is hij ook - privé. Maar als politicus kan Herman bikkelhard zijn. Hij is geen doetje, maar doetjes worden dan ook geen eerste minister.»

JAN SEGERS 30 december 2009
HET LAATSTE NIEUWS persgoep

maandag 29 december 2008

HERMAN FORMATEUR

Vanavond tijdens de Jumping van Mechelen kreeg ik een sms van mijn zus Anita dat mijn broer door de Koning is aangesteld als formateur. Ook voor mij was het een complete verrassing. Ik had het niet verwacht al werd de druk op hem zeer hoog en niet alleen vanuit de politiek maar ook van mensen die ik dezer dagen ontmoette op straat en zelfs in winkels. Ik heb hem dat gesignaleerd.
Uiteindelijk heeft hij ervoor gekozen om zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Wat een uitdaging ! Hij heeft er alle capaciteiten voor maar iedereen moet meewillen. Het is voor dit land een onverhoopt nieuwe kans. Herman: yes we can!

donderdag 25 december 2008

Zalig Kerstmis

                  Voor allen die u dierbaar zijn een ZALIG KERSTFEEST

                        Eric Viviane Heidi

woensdag 17 december 2008

Tussenkomst Vlaamse begroting

De heer Eric Van Rompuy:
Mevrouw de voorzitter, heren ministers, collega’s, dit is de laatste begroting van deze legislatuur, en ik heb de indruk dat het de laatste begroting is van een tijdperk. Wat er zich nu afspeelt op economisch vlak, maakt dat wij opnieuw zullen spreken over “begrotingen in crisistijd”.


Toen ik in 1977 als jonge econoom bij de Kredietbank mee de Weekberichten schreef, vroeg mijn toenmalige baas Marcel Cockaerts, die later voorzitter van de Kredietbank is geworden, me een stuk te maken over begrotingen in crisistijd. Het evenwicht op de begroting werd toentertijd geherdefinieerd. Ik moest berekenen wat de kosten waren van de minderontvangsten als gevolg van de lage economische groei en wat de kosten inzake onder meer werkloosheid waren die de crisis met zich meebracht. Het begrip begrotingsevenwicht werd verlaten en men sprak toen over een structureel saldo. Een begrotingsevenwicht werd dus omgeturnd in een bepaald tekort, dat evenwel draagbaar was omdat het economische crisis was. We zitten vandaag opnieuw met dezelfde discussies.
De komende jaren zal de Vlaamse begroting ook rekening moeten houden met veranderde economische omstandigheden. Wat betekent het evenwicht op de begroting nog? Iedereen spreekt nu over noodzakelijke tekorten en over relance. Gaat dat over een relance via de vraag of via de overheidsinvesteringen? Als wij publieke investeringen doen, is dat op een andere manier dan in de tijd dat men nog sprak over een gewone en een buitengewone begroting. Strikt genomen mag de Vlaamse Regering volgens de financieringswet niet lenen om investeringen te doen vandaar dat ze nu grijpt naar PPS-formules.
In de komende jaren zal dat in dit land over begroting op een heel andere wijze discussie worden gevoerd. We merken dat nu al als we de vergelijking maken met de jongste Septemberverklaring. Toen ging de discussie erover dat Vlaanderen overschotten moest creëren. We moesten zo veel mogelijk overschotten creëren, zoals u dat de vorige jaren ook hebt gedaan, mijnheer de minister. Wij hebben gecumuleerde begrotingsoverschotten gehad in Vlaanderen van 6,3 miljard euro sinds 1999,  waarvan 2,6 miljard euro boven de norm.
Nu zie ik dat de federale regering ons vraagt om te investeren, bijna met het verwijt dat we te weinig doen inzake investeringen. We gaan de komende jaren een grondig debat krijgen tussen de federale overheid en de deelstaten over wie wat doet. De federale regering heeft geen middelen meer. De tekorten in dit land zullen oplopen tot naar schatting 2% van het BBP. Volgend jaar zullen we wellicht met zware negatieve economische groeicijfers zitten. Hierdoor zal het overheidsdeficit in dit land verder stijgen tot 3% van het BBP.
Als we kijken naar de gevolgen van de economische crisis op de budgetten, zien we dat 1 percent minder economische groei in Vlaanderen 170 miljoen euro minder inkomsten betekent op ons budget, terwijl dat op federaal niveau 1,7 miljard euro is. Eén percent minder groei heeft dus tien keer zwaardere gevolgen op de federale begroting dan op de Vlaamse.

Het is natuurlijk onhoudbaar dat een Financieringswet die in 2001 tot stand is gekomen en mogelijkheden heeft geboden om substantiële overschotten in Vlaanderen te creëren, doorgetrokken zou worden in een periode van economische recessie. De federale overheid is verantwoordelijk voor de terugbetaling van de schuld, maar ook voor de zware kosten van de vergrijzing. Hoe dan ook zal deze zaak herbekeken moeten worden, want zoals het op dit ogenblik functioneert, is het helemaal niet houdbaar. Ook voor ons in het Vlaams Parlement is het nog moeilijk te volgen. Wat is de opdracht van de Vlaamse Regering nog in dit relancebeleid? Moeten wij overschotten blijven creëren om de federale tekorten beperkt te houden?
Neen, schudt minister-president Peeters het hoofd.
Moeten we een relancebeleid voeren? Ja, is het antwoord, maar - en dat siert de Vlaamse Regering - wij zijn niet bereid om in het kader van het relancebeleid tekorten te creëren. We willen niet in het rood gaan. We zitten nog altijd met de handicap dat we geen orthodoxe, keynesiaanse politiek kunnen voeren. Met de Financieringswet kunnen we alleen lenen via pps-constructies en dat soort van dingen. Dat is natuurlijk iets anders dan vroeger. Toen creëerden we een tekort waarvoor men dan ging lenen en zo meer. De Financieringswet heeft deze wijze van werken gekortwiekt.
Als men de komende jaren aan relance wil doen via investeringen, zullen we deze mogelijkheden moeten creëren via PPS, maar we kunnen ze niet creëren door in het rood te gaan en opnieuw schulden in de oude zin van het woord op te bouwen.
Collega’s van de N-VA, u bent pessimistisch over de dialoog. Men kan daarover van mening verschillen. Ik behoor niet tot degenen die daar optimistisch over zijn. Er zijn trouwens maar weinig mensen optimistisch over. Eén ding weet ik. Binnen dit en één jaar zal het gesprek over de financieringsmiddelen tussen de deelstaten onvermijdelijk zijn geworden. De federale regering is gewoon niet meer in staat om een geloofwaardige begroting te maken. U gaat nu overleggen met de federale regering. Wat moeten wij in de volgende jaren van de deelstaten verwachten op het vlak van de financiering van dit land? De federale begroting zal met zeer hoge tekorten kampen. Premier Leterme is er zich ook van bewust dat de kosten die de vergrijzing de volgende jaren met zich zal meebrengen, zullen oplopen. Eens de economie zal heropleven, wordt het onhoudbaar om de tekorten te laten opstapelen. Er zal dan een weg terug moeten worden afgelegd en daar zullen de deelstaten hun deel van moeten opnemen. Dat zullen we echter alleen maar kunnen doen in het kader van een nieuwe afsprakenwet over de financiële middelen in dit land. De fiscale autonomie zal de essentie moeten uitmaken van een nieuwe Financieringswet.
Vandaar dat wij ook op het einde van een tijdsperiode zijn terechtgekomen. Ik ben ervan overtuigd dat, als we hier het volgende jaar nog mogen of kunnen staan, we een heel nieuwe Vlaamse begroting moeten bespreken. Misschien is het maar binnen twee jaar, maar we moeten altijd optimistisch blijven.
Deze Vlaamse Regering heeft de juiste politiek gevoerd door een schuldvrij Vlaanderen te ambiëren. We hebben ook provisies aangelegd. En ere aan wie ere toekomt. In de periode dat we 2 à 2,5 percent groei kenden, werd er, minister Van Mechelen, hierover soms smalend gedaan. Men stelde al eens de vraag waarom we provisies moesten aanleggen. Een conjunctuurprovisie van 170 miljoen euro dekt 1 percent minder economische groei. De Vlaamse begroting is ingediend met de hypothese van 1,2 economische groei en we gaan allicht naar min 1 à min 1,5. Deze provisie zal zeker van pas komen.

Mijn punt is dat in de volgende jaren de verhoudingen tussen de deelstaten en de federale regering contradictorisch zullen worden door de economische recessie. De federale overheid zal niet meer in staat zijn om haar verplichtingen na te komen. Dus zal er een ‘new deal’ moeten komen, een nieuwe Financieringswet. Daarvan zal de fiscale autonomie een essentieel onderdeel zijn. Maar dat betekent niet dat Vlaanderen meer middelen zal hebben, misschien zelfs minder. Bij de begrotingsafspraken tussen de deelstaten zijn wij nu totaal afhankelijk van de federale overheid. Maar die zal de komende jaren niet meer in staat zijn om haar verplichtingen ten aanzien van de deelstaten na te komen. De Financieringswet is onhoudbaar, gelet ook op de groeiende tekorten.

De Vlaamse Regering doet aan relancepolitiek, door 700 miljoen euro jobkorting en door 1 miljard euro investeringen. Maar laat ons realistisch zijn. Wij kunnen enkel op ons niveau een beetje bijdragen. We kunnen de vraag en de investeringen stimuleren. Maar in de economie, zeker in een kleine open economie, bestaan er ‘lekken’. Een federaal deficit wekt wantrouwen bij de mensen en verhoogt het sparen. Als je de vraag wilt stimuleren door lastenverlaging, is het niet zo dat mensen dit extra geld zullen uitgeven. Het kan zijn dat ze sparen. Er is ook een invoerlek. 40 percent van ons bnp wordt ingevoerd.
Als je begint met begrotingstekorten, creëer je onzekerheid bij de mensen. Als je federaal naar begrotingstekorten gaat, krijgen mensen de indruk dat de belastingen in de toekomst verhoogd zullen worden. DE TEKORTEN VAN VANDAAG ZIJN DE BELASTINGEN VAN MORGEN. De Vlaamse Regering is vooruitziend geweest door een orthodoxe begrotingspolitiek te voeren met overschotten en provisies. Nu kunnen we de lastenverlaging doorvoeren op het juiste moment. Nu is ze het meest zinvol. Maar ik vrees dat mensen door de onzekere omstandigheden het geld zouden kunnen omzetten in meer sparen.
Een Regering, zeker in Vlaanderen, moet altijd mikken op een evenwichtige begroting. Een regering die mikt op tekorten, creëert onzekerheid. En we staan al voor onzekere tijden. Deze Vlaamse begroting 2009 is de juiste begroting. (Applaus bij de meerderheid)

dinsdag 16 december 2008

Begroting Zaventem 2009

Toelichting van Eric Van Rompuy, schepen van Financiën, bij de begroting 2009 van Zaventem (gemeenteraad van 15 december 2008)

De begroting 2009 van Zaventem voorziet in uitgaven ten belopen van 51,2 miljoen euro. Hiermee is de magische kaap van 50 miljoen euro (2 miljard oude BEF) overschreden. De begroting 2009 wordt afgesloten met een positief resultaat van 16,9 miljoen euro. Op het eigen dienstjaar wordt een negatief saldo geraamd van 2,2 miljoen euro maar door de forse overschotten uit de vorige dienstjaren (19,1 miljoen euro) is het globale resultaat zeer positief. Dank zij de hoge reserves kan Zaventem zonder de aanvullende belastingen te moeten verhogen tot 2012 gemakkelijk het hoofd boven water houden en zijn de middelen aanwezig om drie belangrijke projecten (cultureel centrum in Zaventem-centrum, nieuw politiecommissariaat en uitbreiding en vernieuwing van OCMW-rustoord Trappeniers) tegen 2012 te realiseren.
De meerjarenbegroting sluit in 2013 af met een positief resultaat van 14,2 miljoen euro en biedt de ruimte om de investeringen elk jaar met 10 miljoen euro te verhogen.
Als gevolg van de schuldovername (2,9 miljoen euro) door het Vlaams Gewest in het raam van het lokaal pact dalen de jaarlijkse lasten van de schuld van de gemeente Zaventem in 2009 met 600.000 euro (-6%). Hierdoor zijn de schuldbetalingen (in gewone dienst) teruggevallen tot 20,7% van de gewone uitgaven t.o.v. 25,5% in 2006. De gemeente Zaventem voert een politiek om in de komende jaren niet meer leningen op te nemen dan er afgelost worden en zoveel mogelijk te investeren met eigen middelen. De globale uitstaande schuld van Zaventem is gedaald met 15 miljoen euro op twee jaar tijd (van 77,4 miljoen euro in 2007 naar 62,8 miljoen euro in 2009).
De ontvangsten van de gemeente Zaventem bedragen in 2009 47,7 miljoen euro en blijven hiermee stabiel t.o.v. 2008 (47,6 miljoen euro).
In 2009 worden twee belastingen afgeschaft:
- de belasting op tewerkgesteld personeel (13 euro per tewerkgestelde vanaf 10 personeelsleden en meer); hierdoor verliest de gemeente 370.000 euro inkomsten;
- de forfaitaire huisvuilbelasting (35 euro per gezin), die in 2008 nog 460.000 euro opbracht.
Ter compensatie van de afschaffing van de forfaitaire huisvuilbelasting wordt in het kader van het principe “de vervuiler betaalt” de prijs van een witte huisvuilzak (voor restafval) verhoogd van 1,5 euro naar 2 euro voor een zak van 60 liter en van 0,75 euro naar 1 euro voor een zak van 30 liter. Ook wordt een GFT-sticker ingevoerd van 20 euro voor een kleine container en van 30 euro voor een grote container. Voor de blauwe zakken (PMD) wordt het tarief gehalveerd van 0,25 euro naar 0,125 euro (per zak van 60 liter).
Voor kansarme bevolkingscategorieën wordt een bijzondere toelage toegekend van 50 euro ter compensatie van de gestegen huisvuilbelastingtarieven. De regeling van 1 gratis rol witte restafvalzakken en 1 gratis rol blauwe zakken voor gezinnen met drie kinderen en meer blijft behouden.
Globaal wordt de opbrengst van de huisvuilbelasting in 2009 geraamd op 1,12 miljoen euro t.o.v. 1,23 miljoen euro in 2008. De gemeente Zaventem betaalt in 2009 2,4 miljoen euro aan Interza als werkingssubsidie, wat betekent dat meer dan de helft van de kosten van de ophaling van het huisvuil in Zaventem wordt gedragen door de algemene middelen van de gemeente.
In 2009 plant de gemeente Zaventem voor 19,6 miljoen investeringen. De voornaamste investeringen hebben betrekking op:
- wegeniswerken (J.B. Devlemincklaan, Heldenplein, Azalealaan, Ridderstraat, Bevrijdingslaan, Oude Keulseweg, fase 2 en 3 Weiveldlaan (aan Ikea), Borreveldlaan;
- fietsverbinding Sterrebeekstraat – rotonde Zavelstraat en nieuwe fietsstallingen in omgeving trein- en bushaltes, sporthallen en POB;
- renovatie school Hoek Zaventem en renovatie oud schoolgebouw Woluwe;
- gebouw Technische dienst gemeente (Steenokkerzeelstraat);
- aanpassingswerken Hoeve Nothegem;
- omgevingswerken nieuw station Zaventem (het stationsgebouw in de vorm van een glazen doos (glazed box) zal klaar zijn in het najaar 2009).
In de begroting 2009 wordt ook in premies voorzien voor:
- de aankoop en de installatie van een zonneboiler (met een maximum van 300 euro per woning);
- de aankoop en de installatie van een fotovoltaïsch systeem (de toelage bedraagt 15% van de kostprijs van de installatie en een maximum van 500 euro).
Ook zal de gemeente Zaventem in 2009 fors investeren in personeel. Het kader van de brandweer wordt uitgebreid met 15 vrijwilligers en 5 brandweermannen. In de gemeente Zaventem komt er een nieuwe personeelsformatie met o.m. een nieuwe supervisor voor de technische dienst en openbare werken, een HRM (personeelsmanager), ambtenaren voor communicatie, informatica, mobiliteit, duurzaamheid en huisvesting.
Dit masterplan personeel zal gefaseerd worden ingevoerd en zal aan de gemeente 1,6 miljoen euro kosten. Het moet leiden tot een betere dienstverlening aan de bevolking.